Ik kende haar met alleen maar 2 zithoudingen. Of ze zat helemaal achteroverleunend tegen de rugleuning of juist naar voren gebogen op het puntje van haar stoel. Ik heb nooit een neutrale zithouding bij haar kunnen ontdekken. Haar non-verbale lichaamshouding sprak heel duidelijk; ze was of niet geïnteresseerd of één en al aandacht. Maar niets daartussen in.
Pas veel later begreep ik haar houdingen.

En het kwartje viel pas echt toen er ze er zelf een grap over maakte. “Ik wil het alleen hebben over dat waar ik iets over kan zeggen”, ze lachte erbij alsof het heel logisch was. “en als het een onderwerp is waar ik niets van weet, stuur ik het wel de richting op dat ik weer kan meepraten. Echt, ze denken dat ik zo intelligent bent, maar ze moesten eens weten.”
De meeste mensen willen maar één ding; gezien worden. Want gezien worden geeft iets van zingeving, erbij horen, een teken van leven. Dit is iets dat nog steeds heel actief is in ons oerbrein. Ergens bij horen vergroot de kans op overleven. Een oermens, die het in zijn eentje moest doen, had aanzienlijk minder kans op een lang en gelukkig leven, dan wanneer hij deel uitmaakte van een stam.
Ik moet wel toegeven dat ik haar daar soms om bewonderde.
Ze wist precies hoe ze op de ander moest reageren, zodat die zich gehoord en gezien voelde. Alleen voelde voor mij de achterliggende reden niet altijd even ecologisch. Het draaide er namelijk bij haar uiteindelijk altijd om, om ervoor te zorgen dat zij op een hogere plek kwam te staan dan de ander.
Plek. Wat is dat eigenlijk?
En wat gebeurt er als je je werkelijke plek inneemt? En wat als je op een hogere of lagere plek staat?
Zoals het oerbrein, hebben wij ook een soort oerplek. De plek waar wij horen in de natuurlijke rangorde. Zo staan ouders boven kinderen, voorouders weer boven de ouders en zo verder. Dit zorgt voor binding, orde en balans in de familielijn. Maar wat gebeurt er als je opgroeit in een gezin waarbij je niet op de plek staat waar je hoort te staan? Stel dat je een ouder hebt, die niet goed voor de kinderen kan zorgen, dan is de kans zeer groot dat een van de kinderen de zorg op zich gaat nemen en dus eigenlijk meer op de plek van die ouder staat, dan op zijn/haar eigen plek. Of te wel een hogere plek.

Een lagere plek kan ontstaan doordat je of door jezelf of door een ander klein houdt of gehouden wordt. Een duidelijker voorbeeld is wanneer je tegenover iemand staat die ook volwassen is, maar die ander gaat of jou verbeteren, doen alsof hij/zij het beter weet of je juist gaat verzorgen en geruststellen als een klein kind. Jij wordt daardoor op een lagere plek gezet en de ander neemt een hogere plek in (uiteraard kan dit ook andersom)
Vroeg of laat krijgt iemand die niet op zijn/haar plek staat daar last van. Dit kan onder andere in de vorm van onrust, stress, vermoeidheid, een te veel of juist te weinig verantwoordelijkheid gevoel, hele heftige emoties of zelfs een doodswens.
Het wordt pas echt een probleem wanneer je gaat geloven dat dit jouw echte plek is.
Zoals zij dat ook ging doen. Ze was (en misschien nu nog) er echt van overtuigd dat zij het recht had om andere het idee te geven dat zij het beter wist. Ook tijdens onze gesprekken, stond ze niet open voor feedback. Doordat ik haar kon doorzien, kon ik gemakkelijker mijn eigen plek innemen en behouden. Dit leidde er toen dat onze gesprekken een andere wending kregen. Met name toen ik haar uitdaagde eens werkelijk op haar oerplek te gaan staan en te ervaren wat dit deed. Helaas vond ze de uitdaging te moeilijk. Ze voelde zich te fijn op haar wel bekende hogere plek en was bang de controle te verliezen en nog banger haar ware zelf te omarmen. Niet veel later gaf ze aan dat we waren uitgepraat.
Zo nu en dan zie ik haar nog wel eens. Met diezelfde houding en diezelfde blik in haar ogen. Soms wil iemand niet. En dat is ook oké. Het is niet mijn taak om de ander te veranderen. Ik kan ze alleen laten ervaren hoe het zou kunnen zijn. De keuze ligt geheel bij hunzelf.